In mijn werk als
contractmanager is het heel goed mogelijk om thuis te werken. Voor de Coronacrisis
deed ik dat ongeveer 2 dagen in de week. Met veel afwisseling van werk op
kantoor, werken bij de opdrachtgever en thuis. En ineens werd thuiswerken de
norm. De Coronacrisis kreeg Nederland in haar greep en dingen die normaal
waren, werden verboden of ontraden. Dingen die normaal veel moeite kosten, werden
een soort van gewoon. Hoe naar, hoe desastreus de Coronacrisis is, de nood wordt
soms ook een deugd.
Inmiddels is thuiswerken,
af en toe de kinderen helpen met schoolwerk en de vermenging van privé en werk
mij goed gaan bevallen. Daarbij mis ik wel de directe contacten met de
collegae, de dagen lijken meer eender. Maar tegelijk merk ik dat ik in de
video- of telefoongesprekken meer tijd neem om verbinding te maken. Even door
te vragen hoe het met de ander gaat. Daarmee mijn collegae toch – ondanks de
afstand, of misschien wel juist dóór de afstand – beter leer kennen.
Meer moeite heb ik met de
zorg die ik mijn vader niet kan bieden. Zijn gezondheid gaat achteruit, maar
een knuffel, een warme omhelzing en regelmatig bij hem op bezoek gaan, ligt
niet meer in de mogelijkheden. Hij woont ook aan de andere kant van het land,
wat het er niet makkelijker op maakt. Daar doet Corona niets aan af. Wel in de
beperking van het fysieke contact. Terwijl we dat beiden in deze tijd nodig
hebben.
Als
volksvertegenwoordiger is de Coronatijd bijzonder. Enerzijds vergaderen we via
Teams, hebben we op afstand fractievergaderingen en is het moeilijker om met
inwoners in de gemeente contact te houden. Daarbij staat een deel van de
besluitvorming stil en ligt de focus op de minimalisatie van de impact van deze
crisis. Maar op enkele onderwerpen, zoals de onderwijshuisvesting, worden wel belangrijke
besluiten genomen die onze gemeente de komende 40 jaar mede gaan bepalen. Dan
is het jammer dat we geen plenaire debatten, insprekers e.d. in de raadszaal
kunnen hebben.
Om positief af te sluiten: door de Coronacrisis, het thuiswerken, het ontbreken van de logistieke puzzel rondom de gezinsplanning, zoals halen/brengen/tijdig eten e.d. voor de kinderen, minder en kortere raadsvergaderingen, het missen van sociale activiteiten, blijft er veel tijd over. Komend jaar ga ik voor de Bas van de Goor Foundation meedoen aan Vasaloppet in Zweden. Dat is een 90km langlaufmarathon en ik hoop veel sponsorbijdragen op te halen. De Bas van de Goor Foundation zet zich in voor kinderen met diabetes, zodat ook zij veel kunnen sporten. Dat vraagt veel training. Aanvankelijk zou dat in het voorjaar op rolski’s zijn, maar die trainingen zijn vanwege Corona geannuleerd. Daarom zien velen mij regelmatig hardlopen tussen de kassen, in de Balij of nabij de Dobbeplas en geniet ik van de prachtige natuur om onze kernen en neem ik regelmatig een bloemetje mee naar huis.