In de februari vergadering lag een aangepaste huisvestingsverordening voor die regionaal is afgestemd. De huisvestingverordening grijpt in op de woonruimteverdeling en de samenstelling van de woonruimte voorraad. Dit met als doel het bestrijden van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan goedkope woningen. De kern van de verordening is het vaststellen van spelregels ten aanzien van woonruimteverdeling. Hiermee wordt een voorrangsregeling ingesteld voor de toewijzing van woonruimte en de verlening van een vergunning. In de verordening werd voorgesteld om mensen met een medische urgentie gelijk te stellen met mensen die een urgentie hebben omdat zij door herstructurering geen huis meer hebben.
In de vergadering werd door de Partij van de Dieren een motie ingebracht met een opdracht aan het college om opnieuw met wethouders van de gemeenten in de regio te gaan praten. Doel is om mensen met een medische urgentie eerder een huis toe te kennen (huidige praktijk) als mensen die vanwege een herstructurering moeten verhuizen. De motie wil deze gelijkstelling (dus beide mensen zijn gelijk in urgente) terug te draaien. De VVD fractie heeft tegen deze motie gestemd omdat we er van uitgaan dat door wethouders goed is nagedacht om met dit voorstel te komen. Een herstructurering ertoe leid dat er weer nieuwe huizen bijkomen en dit ook een belangrijk doel is. We het raar vinden als onze wethouder eerst regionaal instemt en hij vervolgens weer terug gaat naar zijn collega’s met de vraag of het anders kan. De argumenten die aan het huidige voorstel ten grondslag liggen goed zijn en we als fractie van mening waren dat urgent ongeacht de oorzaak ook echt urgent betekent en dat verschillen hierin maken niets toevoegt.